IT

Door Marlen Visser

It is hot. De remake van Stephen Kings klassieker, met clown Pennywise in de hoofdrol, weet zelfs de meest doorgewinterde binge watchers van hun Netflix-account los te trekken voor een gang naar de bioscoop. In het eerste weekend dat de film verscheen, werden alle records in de categorie horrorfilms gebroken en de Facebookpagina ‘It Movie’ heeft maar liefst 1,4 miljoen volgers. 

Ik ben een nuchtere persoon. Als er thuis een dikke kruisspin over de muur wandelt, word ik door mijn gezinsleden opgetrommeld om het dier te vangen. Ik laat het beestje liefdevol in het kommetje van mijn handen lopen om het vervolgens buiten de vrijheid -en hopelijk veel muggen- te gunnen. Ik weet: spinnen in Nederland doen mij geen kwaad. Ook ben ik niet bang om in het donker alleen over straat te gaan. Ik voel me met mijn 1.59 m. sterk en heb er altijd vertrouwen in dat ik geen dankbaar slachtoffer ben voor iemand die er een bijzondere manier van vrijetijdsbesteding op na houdt. 

Maar er is een ding waar ik niet zo goed in ben: ik hou er niet van om te schrikken. Dat was al zo toen ik jong was. Zo stond ik tijdens een schoolreisje eens een half uur in de rij voor het spookhuis. Hoe dichter we bij de vrolijk gekleurde wagentjes kwamen, hoe groter mijn wantrouwen werd. Net voordat ik aan de beurt was, heb ik mijn kaartje aan een ander kind gegeven, dat verheugd mijn plek innam. 

Zo is het ook met horrorfilms. Mijn verstand zegt dat alles geacteerd is en dat ik dus niet bang hoef te zijn, maar mijn inlevingsvermogen bezorgt me vervolgens 1,5 uur lang de zenuwen. Veel horrorfilms vind ik overigens vergezocht of gewoonweg smerig, zeker als personen in een plas bloed liggen te spartelen of zwarte vla gaan kotsen. Maar er zijn films die me bijblijven en een ervan is It. De oude It. 

Het was die avond, jaren geleden, al donker en ik was alleen thuis. Mijn toenmalige vriend was aan het werk op Schiphol en had nachtdienst. We hadden nog geen kinderen. Ik zapte langs de kanalen en viel in het begin van de film met de clown. Nietsvermoedend liet ik me meenemen in het verhaal dat zich afspeelde in Maine. Binnen de kortste keren was ik gespannen als een prooidier dat oog in oog komt te staan met een dier dat één tree hoger in de voedselketen staat. Juist de scènes waarin niets leek te gebeuren, maakten me nerveus. Ik wist dat het schrikmoment eraan zat te komen. Desondanks overleefde ik de film en was opgelucht dat het afgelopen was. 

Maar toen begon het. Die gekke clown was ik mijn hoofd gaan zitten en de wetenschap dat hij een geest vertegenwoordigde, die zich niet liet tegenhouden door muren van ons huis en de deur die op het nachtslot zat, maakte dat ik elk geluid verdacht vond. Mijn nuchtere aard, die me ervan probeerde te overtuigen dat alles wat ik had gezien slechts uit Stephen Kings fantasie was ontsproten, verloor het van dat andere stemmetje dat zei: wie zegt dat geesten niet bestaan? Misschien stond je er tot nu toe gewoon niet voor open. 

Om mezelf af te leiden van mijn irreële gedachten, zapte ik naar een ander kanaal en viel in het journaal. Fijn, dacht ik, deze wereld mag dan ook zijn aandachtspunten hebben, maar die ken ik tenminste. Totdat het eerste item een nieuwsbericht bleek te zijn over een gebeurtenis in… Maine! Nu wist ik het zeker, die clown probeerde me op te fokken en wie weet wat hij nog meer van plan was.  Ik gooide de tv uit en bleef doodstil zitten, met mijn oren gespitst. De rest van de nacht heb ik niet meer durven slapen en had ik onvrijwillig mijn eigen variant op de nachtdienst. 

Sinds die tijd krijg ik moordneigingen als iemand me laat schrikken. Je kent me dan niet meer terug. Dus, als je een keer achter me op straat loopt en denkt een geintje uit te halen, je bent gewaarschuwd!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Even geduld...

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.