Wat een ellende
Door Isa Maron
Op ieder hart moet een deurtje,’ zei iemand laatst tegen me. ‘Je moet je af kunnen sluiten voor anderen.’
Een dag later dacht ik daar nog steeds over na. In mijn directe omgeving heb ik een paar mensen die enorme kluisdeuren op hun hart hebben. Versterkt, van dik metaal – die krijg je alleen open als je niet lang genoeg naar hen luistert, of onvoldoende roept dat iets geweldig is, of niet dankbaar genoeg bent voor al die tijd dat je naar hun prachtige verhalen mag luisteren, want in dat geval zijn ze beledigd. Toch nog iets van emotie, denk ik dan, alleen jammer dat het liefhebbende karakter ontbreekt.
Ik kijk naar het nieuws: een verschrikkelijk ongeluk in Oss. Daar moet ik niet te lang over nadenken, want dan kom ik mijn bed niet meer uit. Ik denk aan Nouri. Ik heb een hele dag gehuild. Het is niet mijn kind, maar het is toch mijn zoon. Zo voelt dat een beetje.
‘Waar haal je jouw inspiratie vandaan?’ wordt me vaak gevraagd. ‘Uit ellende,’ zeg ik dan. We lachen. Het klinkt inderdaad lollig, maar eigenlijk is het dat niet. De Noordzeemoorden schreef ik uit woede. Kindermishandeling, misbruik van vrouwen. Ik knarsetand ervan in mijn slaap.
Ik kijk naar Pauw. Daar zit een lange, dunne man met een gezicht met een doodse teint te praten over zijn cliënt, de heer Brech. Er staat een samenvatting op https://www.telegraaf.nl/video/2588075/peter-r-de-vries-tegen-advocaat-jos-brech-u-goochelt-met-de-feiten. Kijkt u eens naar het stukje vanaf seconde 25. Gerald Roethof trekt zijn ene mondhoek omhoog: minachting. Slaat u het handboek ‘micro-expressies’ er maar op na. Roethof knijpt zijn ogen iets sterker samen als Peter R. de Vries zegt dat er kinderporno op Brechs computer stond. Precies bij het woordje ‘kinderporno’: woede. Roethof wordt boos als De Vries de feiten noemt. Vanaf 1 minuut 10 ongeveer, zie je meneer Roethof lachen. Een schuin lachje. ‘Alles wat ik zeg klopt,’ zegt hij. Dat lachje is duping delight: het genot dat iemand ervaart omdat hij iets weet wat een ander niet weet, het genot van macht en controle.
‘Op het moment dat cliënt er van zijn kant klaar voor is zal er een verklaring komen,’ zegt meneer Roethof even later. ‘Zo eenvoudig is dat.’
Op de vraag van De Vries waarom Jos Brech niet gewoon uitlegt hoe zijn DNA op de onderbroek van de vermoordde Nicky Verstappen terecht is gekomen, luistert meneer Roethof weer met een opgetrokken mondhoek. Hij minacht de man die gewoon om de waarheid vraagt. Meneer Roethof minacht ons allemaal. Want wij willen allemaal graag de waarheid weten. Gewoon. De waarheid.
Ik haal diep adem en weet het zeker: ik heb een stevigere deur op mijn hart nodig. Geen kluisdeur. Geen niet-te-kraken cijfercodes, gewoon een plaatstalen ding. Die nacht droom ik. Twee mannen rennen door het bos, in pyjama, op blote voeten. Ze worden opgejaagd door een wolvin met vleugels en een start van slangen. Uit haar ogen druipt bloed. Ze spert haar bek alvast open, zich verheugend op vers vlees. Uitgerust en opgefrist word ik wakker. Nee, het was geen nachtmerrie. Ik ben in slaap gevallen met de deur van mijn hart nog open. De deur van wraak.